480 heeft de kamer geen mededeelingen over hare zaken mogen ont vangen. Ook de lucifersfabrieken gevoelden de algemeen heerschende malaise. De Nederlandsche stoomfabriek van Zweedsche lucifers „de Vlinder" van den heer Charles Loyens vond geregeld werk voor een personeel van 140 werklieden. Ook bij dit fabrikaat wordt geklaagd over de lage prijzen, welke bedongen worden tengevolge van de buitenlandsche concurrentie, die voordeel trekt uit het laere invoerrecht. De wensch wordt te kennen gegeven dat, bij herziening der tariefwet, de invoerrechten op lucifers worden gesteld op 10% der waarde, daar toch België 10a/ en Duitschland 15% heft. De Teteringsche stoomlucifersfabriek van dé. firma Dijkerman Co. kan eveneens voortdurend werkzaam blijven en hare productie nam toe. De chocolade- en cacaofabriek der firma P. A. de Bont hand haafde hare bekende reputatie doch voerde, wegens de hooge rech ten naar het buitenland, niet uit. In de stoomchocolade- en cacaofabriek „Kwatta" der firma E. A. Stokvis was de algemeene toestand gunstig te noemen, en was de omzet hooger dan in 1900, waartoe de geleidelijke uitbrei ding van haren uitvoer naar het buitenland niet weinig schijnt bij te dragen en wel naar Engeland, Turkije en Denemarken. Het personeel bestond uit 47 personen, waaronder 12 meisjes. De firma's Smits Vriends J. van Wees en C. van Wees verheug den zich steeds in een groot debiet. De roomboterfabrieken van de firma Rappard Van Weel en van den heer J. Schleyer vonden geregeld afnemers. In zeer gunstigen toestand bevonden zich de sigarenfabrieken van de firma's A. Meeuwesen Co., Victor Boes en gebrs. van den Biggelaar, voorheen F. Meulesteen. De machinale arbeidskracht van laatstgenoemde fabriek werd verhoogd door het plaatsen van een gasmotor van 12 H. P., ter vervanging van den bestaand en petroleum-motor van 6 H. P. terwijl ook het magazijn werd ver groot en verfraaid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 500