497 „dat hieruit blijkt, dat appellant de bedoeling had zijne oorspron kelijke aanvrage door eene andere te vervangen, zoodat de oor spronkelijke aanvrage als vervallen had moeten worden aange- merkt en burgemeester en wethouders daarop geen recht hadden „mogen doen." Klachten waren bij ons ingekomen over den hinder, welke onder vonden werd door de opstijging van gassen uit de rioolbuis in de Nieuwe Dieststraat,. Het bleek dat die gass.en veroorzaakt werden door afgewerkten stoom van de voedingspomp in de fabriek van den heer De Bont. Met het bezwaar in kennis gesteld, was de heer De Bont aanstonds bereid de leiding van bedoelden stoom op het gemeenteriool weg te nemen en daarvoor in de plaats te stellen een afvoerbuis, reikende tot boven het dak van het ketelhuis. B. Vervening. Bestaat in deze gemeente niet. C. Mijnwezen. Alsvoor. D. Jacht en visscherijen. Jachtvelden bezit de gemeente niet. Enkel is sinds 1894, telkens voor den tijd van drie jaren, het jachtrecht op eenige hectaren hei degrond, gelegen in de nabijheid van de prise d'eau der waterlei ding te Dorst, onder Oosterhout, onderhands verpacht aan nu wij len den heer mr. baron van Oldeneel tot Oldenzeel te Oosterhout, tegen eene vergoeding van f 5,per jaar. De vissclierij bepaalt zich tot de Haven en hare vertakkingen, alsmede tot de Singelgracht rond de gemeente, en is in 1899 ver pacht voor den tijd van vijf jaren voor «ene totale som van ƒ243, per jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 517