500
scheepsbeweging, in vergelijking met 1900, wordt toegeschreven
aan het minder aanvoeren van bouwmaterialen per schip.
De voorgenomen aanleg van een scheepvaartkanaal van de Zuid-
Willemsvaart naar den Amer met een zijtak van Oosterhout naar
Breda maakte, met betrekking tot de voorwaardelijk toegezegde
bijdrage van f 100000,nader een onderwerp van behandeling uit
in de raadszitting van 20 April 1901. naar aanleiding van een adres
van industrieelen, handelaren en verdere belanghebbenden bij het
tot stand komen van het voorbedoeld kanaal. Het gevolg daarvan
was, dat de bijdrage onvoorwaardelijk, dat is met opoffering van de
vroegere quaestieuze vijfde voorwaarde, werd gehandhaafd.
(Zie de meer omstandige beschrijving van dit punt bij hoofdstuk
III, letter E, no. XXIX).