56 spoor aan te leggenalzoo geheel afgescheiden van het tramspoor van de Zuid-Nederlandsche stoomtramweg- maatschappij b. de vergunning tot het in exploitatie brengen van het gedeelte der tramlijn vanaf de Havermarkt door de To renstraat, Karrestraat, Eindstraat en Ginnekenstraat in aansluiting met de lijn in de Nieuwe Ginnekenstraat. Het verzoek sub b werd na eenige beraadslaging, waaraan deelnamen de heeren Reigersman, Teycliiné, Van Dam, Ingen- Housz en de voorzitter, toegestaan. Omtrent het verzoek sub a werd door U het prae-advies verlangd van burgemeester en wethouders Dit prae-advies, dat de voorzitter ter tafel bracht in uwe vergadering van den 21. September 1901, strekte, na uiteen zetting der redenen, om de bestaande voorwaarden te hand haven en afwijzend op het adres van den heer E. de Bruijne te beschikken. Tevens werd daarbij door ons overgelegd een adres van de Zuid-Nederlandsche stoomtramwegmaatschappij, verzoekende de aanvrage van den heer De Bruijne niet in te willigen, tenzij het recht op schadeloosstelling zou worden gehandhaafd. Na eenige beraadslaging, waaraan deelnamen de heeren Reigersman, Van Dam, Jacoby en de waarnemende voorzitter, de heer A. P.' Scheltus, werd met 17 tegen 2 stemmen be sloten, overeenkomstig het prae-advies van burgemeester en wethouders, afwijzend op het verzoek van den heer E. de Bruijne, vermeld onder letter a, te beschikken. (Zie ten aanzien van het gebruik der rails in de Torenstraat n°. Lil hierna.) In uwe vergadering van 28 December 1901 kwam een adres ter tafel van den heer M. A. Kuijtenbrouwerte Teteringen, daarbij vergunning verzoekende tot het leggen van rails vanaf het hotel Bink in den Teteringschen Dijk tot aan het einde der Boschstraat alhier-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 76