59
A. „of eenige andere aftrek zal plaats hebben dan hetgeen
door den heer Teychiné en burgemeester en wethouders
wordt voorgesteld, namelijk
Artikel 4 te lezen als volgt:
Van hei bedrag van eiken post voor den aanslag in de belasting
wordt voor noodzakelijk levensonderhoud als onbelastbaar inkomen
afgetrokken, en dus vrijgesteld van belasting .-
a. van weduwnaars, weduwen, gehuwden zonder kinderen en onge-
huwdenƒ300.—
b. van weduwnaars, weduwen en gehuwden met
kinderen, van welken het aantal hoogstens drie
bedraagt. 400.
c. van weduwnaars, weduwen en gehuwden met
kinderen, van welken het aantal meer dan drie
bedraagt500.
Onder kinderen worden verstaan zoowel kinderen als kleinkinderen
tot den leeftijd van 18 jaren, die ten laste van den belastingschuldige
komen en geboren zijn vóór 1 Januari van het dienstjaar.
Kan dit voorstel de goedkeuring van den raad niet ver
werven, namelijk om geene andere aftrekken te doen dan die,
zoo even omschreven, dan wenschen wij met behoud der
vorenstaande wijziging van art. 4 voor te stellen:
B. Aan art. 3 van het heffingsbesluit toe te voegen:
een en ander na aftrek van:
a. de renten van verschuldigde kapitalen
b. krachtens wet of testament verschuldigde lijfrenten en
periodieke uitkeeringen, onafhankelijk van den wil des
belastingschuldigen
c. periodieke uitkeeringen of giften aan bloedverwanten of
aangehuwden in de rechte lijn al of niet met bij
voeging, wat door den raad moet beslist worden, van
die hun hoofdverblijf in deze gemeente hebben
d. de grond-, dijk- en polderlasten van onroerende goederen.
Niet toe te voegen: kortingen op.traktementen en beloo
ningen wegens bijdragen voor pensioen of fondsen.