63 „willen dienen op het adres van den heer Dr. J. D. R. Scheffer, „leeraar aan het gymnasium en de hoogere burgerschool alhier, „houdende verzoek tot terugbetaling van pensioensbijdragen, of „toekenning van ouderdomspensioen, hebben wij de eer te be lichten „De heer Scheffer zijn verzoek tot terugbetaling van pensioens bijdragen motiveerende voert aan, dat hij door zijne benoeming „tot districts-schoolopziener rijksambtenaar wordt en verplicht is „tot deelneming in het rijkspensioenfonds „dat hij als leeraar der hoogere burgerschool alhier is opgenomen „in het gemeentelijk pensioenfonds, naar een grondslag van „f 1833,33i, en, om voor dien grondslag in het rijkspensioenfonds „te worden opgenomen, door hem moet worden gestort eene som „van f 916,67 „dat naar zijne meening de raad, volgens art. 28 der pensioen- verordening, bevoegd is om de uitkeering van de in die verorde- „ning bedoelde pensioenen geheel of gedeeltelijk aan het rijk over „te dragen, en verder „dat hij bereid is van de rechten op ouderdomspensioenen volle- big afstand te doen, indien onder toepassing van voornoemd „art. 28 der pensioenverordening bedoelde som van f 916,67 wordt „overgedragen aan het rijk. „Wij zijn van oordeel, dat dit verzoek van adressant niet kan „worden ingewilligd. „Eerstens, volgens art. 27 der pensioenverordening wordt terug- „gaaf van gestorte kortingen alleen dan verleend wanneer tijdelijk „aangestelde ambtenaren niet definitief worden benoemd, en „tweedens is, naar onze meening, de raad niet bevoegd om voor „individueele gevallen, zooals dat van den heer Scheffer, de uit- „keering gedeeltelijk aan het rijk over te dragen. „Voorts hebben wij de vaste overtuiging, dat met de redactie der „4e alinea van art. 28 der verordening, waarvan de aanhef luidt Indien de uitkeering van de in deze verordening bedoelde pensioenen te eenigcrtijd geheel of gedeeltelijk aan het rijk mocht worden overgedragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 83