71 B. Brief van burgemeester en wethouders. „De behandeling der voorstellen, vervat in ons schrijven van den „li. Januari 1901, no. 62, werd opgeschort, doordat op den dag der „raadszitting (26 Januari 1901) was ingekomen een adres van het „hoofd der school aan de Kloosterlaan, den heer J. K. de Bie, daar- „bij verzoekende overgeplaatst te worden aan het hoofd der op te „richten derde tusschenschool, een verzoek, dat niet strookte met „ons voorstel, om den heer J. F. Clerx over te plaatsen. „De beweegredenen door den heer de Bie aangevoerd, gaven U „aanleiding te besluiten, dat wij U nader van prae-advies zouden „dienen. „Het kwam ons gewenscht voor, ter zake, de commissie van toe dicht op het lager onderwijs te hooren, omdat ons voorstel berustte „op een door die commissie gegeven advies. „Deze commissie heeft zich met bekwamen spoed van hare taak „gekweten en heeft ons doen geworden het schrijven, dat wij de eer „hebben hierbij over te leggen. „Met de beschouwingen en het bemiddelingsvoorstel in dat schrij den ontwikkeld, zijn wij het volkomen eens. „Met handhaving der voorstellen, vervat in ons bovengenoemd „schrijven, hebben wij alzoo de eer U in overweging te geven, arti- „kel 1 der verordening van 17 November 1900, regelende de jaar- wedden der onderwijzers en onderwijzeressen aan de openbare „scholen voor lager onderwijs in de gemeente Breda te wijzigen „als volgt „a. f 2000(— onveranderd. „b. 1500,idem. ,,c. 1625,voor de hoofden der overige scholentussclienscho- ,,len en scholen voor kosteloos onderwijs met daaraan ver- bonden herhalingsscholen. „(Letters D en E vervallen)." De heer mr. IngenHousz betoogde de wenschelijkheid, om, met het oog op de betrokken personen en ten einde elk misverstand te voorkomen, mede het rapport der school commissie voor te lezen. Daartoe werd besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 91