74
De commissie van toezicht op het lager onderwijs, daar
over gehoord, erkende de billijkheid van het verzoek. Ook
onzerzijds werden termen gevonden 't verzoek te onder
steunen, waarom wij U in ons prae-advies, dat U verlangd
hadt en U werd aangeboden in uwe vergadering van den
23. Febr. 1901, in overweging gaven, om de vergoeding voor
huishuur, toegekend aan den heer W. H. Tromp, te brengen
van 300, op ƒ350, en die toegekend aan mejuffrouw
M. Hollingerus Pijpers, van ƒ250,op ƒ300,
De heer Sassen achtte de gelegenheid tot het bekomen van
eene geschikte woning thans gunstiger dan vroeger. Werd
dit verzoek toegestaan, dan zou ook aan het nieuw te be
noemen hoofd van de school aan de Middellaan dezelfde
hoogere vergoeding moeten worden toegekend. Spreker was
tegen de inwilliging van het verzoek.
Bij de daarop gevolgde stemming over het voorstel staakten
de stemmen (9 voor, 9 tegen).
In de vergadering van 23 Maart 1901 werd het voorstel
aangenomen met 11 tegen 8 stemmen.
23 FEBRUARI 1901.
xvii. In een aan U gericht schrijven deelden wij U mede, dat,
Re0nomTi8sSieder volgens art. 22 der leerplichtwet, de commissie tot wering
tot wering van van schoolverzuim moet bestaan uit
le. de in de gemeente wonende ouders, voogden en andere
in artikel 1 genoemde verzorgers der in de gemeente
op eene lagere school ingeschreven kinderen;
2e. de meerderjarige onderwijzers, die aan eene openbare
lagere school in de gemeente werkzaam zijn
3e. de meerderjarige onderwijzers, die aan eene bijzondere
lagere school in de gemeente werkzaam zijn
4e. de overige meerderjarige inwoners der gemeente, voor
zoover ze niet onder een der vorige categorieën vallen
sc ii ooi verzuim»
Regeling der
jaarlijksche
toelage van den
secretaris dier
commissie.