75 terwijl wij, in verband met het bepaalde bij artikel 1 van het huishoudelijk reglement, U voorstelden die commissie samen te stellen als volgt: 2 leden van de categorie sub 1, 1 lid van de categorie sub 2, 1 lid van de categorie sub 3, 3 leden van de categorie sub 4. Dienovereenkomstig werd door U besloten, waarna de be noeming plaats had van 7 leden, uit de door ons aanbevolen candidaten. Door meer dan een der benoemden werd zijne benoeming niet aangenomen, ten gevolge waarvan in volgende vergade ringen andere leden in hunne plaats werden benoemd. In ons bovenvermeld schrijven hadden wij U tevens in overweging gegeven, om aan het lid, dat als secretaris zou worden benoemd, ter vergoeding van diensten en bureaukosten, toe te kennen eene jaarlijksche toelage van 200, Niemand uwer leden had hiertegen eenige bedenking. 23 FEBRUARI 1901. xviii. Door het bestuur der Israëlietische gemeente alhier, werd, in geven^van^eèn verband met de verbouwing van het huis aan de Cingelstraat fiauI'va'Thetn0, verzocht in gebruik te mogen nemen een gedeelte gebouw der muurvlakte ter lengte van 5 M. en ter hoogte van 1,40 M., bank van Iee- ning aan de deel uitmakende van den scheidingsmuur tusschen genoemd ingeibtraat. pan(j en c|er ^an]j van leening. Het daartoe strekkend adres deden wij vergezeld gaan van eene ontwerp-overeenkomst, welke door U werd goedgekeurd. Dientengevolge werd door U besloten, aan de Israëlietische gemeente te Breda in eigendom af te staan een gedeelte van den noordoostelijken zijgevel van het gebouw „de bank van leening", kadastraal bekend gemeente Breda, sectie B, n°. 45 en 46, aanvangende op 4,50 M. uit den voorgevel van de bank

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1901 | | pagina 95