77
der Nederhn-^ den minister van oorlog en ten behoeve van de koninklijke
den, ten be- militaire academie, tegen 1 Mei 1902 in koop verzoekende het
T'ii.Tcad.6 gebouw der hoogere burgerschool aan het Kasteelplein alhier,
alsmede verzoekende, gemeld gebouw van 1 September 1901
deiijteTfltand tot 1 1902 in lluur te mo»en ontvangen.
van een stukje Deze overeenkomst werd goedgekeurd, doch in uwe verga-
gemeentegrond, 7
nabij voormelde dering van den 25. Mei 1901 werd daarin, op verlangen van
den minister, alsnog eene wijziging gebracht.
Wij laten hier den tekst der overeenkomst, zooals zij is tot
stand gekomen, volgen
,,De ondergeteekenden Eduard Hendrik Antonius Guljé, burge
meester der gemeente Breda, en Antonius Roelandus Vermeulen,
„secretaris dier gemeente, ten deze vertegenwoordigende het col-
„lege van burgemeester en wethouders, dat namens die gemeente
„handelt, tot uitvoering van de besluiten van den gemeenteraad
„van den 23. Februari en den 25. Mei 1901, goedgekeurd door ge
deputeerde staten van Noord-Brabant den 14. Maart 1901, G, no. 27,
„en den 13. Juni 1901, G, no. 12, Comparanten ter eene zijde, en
„Frans Hendrik Leonard de Wijs, kapitein eerstaanwezende
„ingenieur te Breda, ten deze vertegenwoordigende den Staat der
„Nederlanden, krachtens aanschrijvingen van den minister van
„oorlog van 5 Februari en 3 Mei 1901 Ve afd. nos. 71 en 75, Com-
„parant ter andere zijde, verklaren, behoudens nadere goedkeu
ring van genoemden minister, te zijn overeengekomen als volgt
„Artikel een".
„De Staat der Nederlanden verbindt zich uiterlijk op den eersten
„Mei 1902 van de gemeente Breda te koopen de gemeentelijke hoo-
„gere burgerschool met erf te Breda, bij het kadaster bekend als
„perceel no. 1919 van Sectie B der gemeente Breda, behoorende
„aan die gemeente, en zulks voor de som van dertig duizend gul-
„den 30 000,—) vrij geld, vermeerderd met de kosten van de na
„te vermelden koopakte enz., zonder echter tot dien koop gehouden
