88 Augustus 1902. Bedenkingen er tegen werden niet ingebracht, zoodat het onveranderd werd vastgesteld. (Zie Gemeenteblad 1902, no. 91). 5 JULI 1902. xxvil. Bij een aan U gericht adres verzocht J. G. v. M. ontheven te het\iebben°vanwor den van de jaarlijksche belasting ad f7,verschuldigd voor trottoir 0n<ier hekhen van twee ovens onder het trottoir vóór zijne woning aan de Groote Markt, op grond dat die ovens buiten gebruik ge steld waren, met voorstel, voor die belasting in de plaats te stel len eene jaarlijksche retributie van 50 cent, als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente. Dit adres in onze handen gesteld zijnde om prae-advies, gaven wij U in uwe zitting van den 9. Augustus 1902 het volgende te kennen Bij raadsbesluit van den 22. September 1888 is aan adressant, tot wederopzegging, vergunning verleend tot het bouwen van twee ovens onder het trottoir, liggende vóór zijne woning aan de Groote Markt. Krachtens het besluit tot heffing van een recht voor het gebruik van openbaren gemeentegrond, wordt voor het hebben van deze ovens een recht geheven van f7,— per jaar of ƒ1,per M3. Alhoewel adressant verklaart, dat de ovens niet meer ge bruikt worden en deels onbruikbaar zijn gemaakt door het afbre ken van den schoorsteen, zoo blijft toch de kluis bestaan met eene inhoudsruimte van 7 MA Dit reeds wijst erheen, dat het hier een geval geldt, dat geheel beheerscht wordt door het voormeld heffingsbesluit en niet kan begrepen worden onder die gevallen, waarin een recht gevorderd wordt als erkenning van eigendom. Wij hebben mitsdien de eer U in overweging te geven aan adressant te berichten, dat aan zijn verzoek niet kan worden voldaan, doch dat voor hem de weg openstaat, den door hem gebruikten grond, onder het trottoir, geheel in zijn vorigen toe stand terug te brengen, in welk geval hij niet verder ter voorbe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 101