Ontvangsten, 116 Hoofdstuk. AARD DER ONTVANGSTEN. Bedrag. Overgebracht. 7 534022,18* IV. Uitkeering van het rijk (artt. 1-9 der wet van 24 Mei 1897)- 57616,13 Idem (art. 10 der wet van 24 Mei 1897) - 600,- V. Bijdrage van het rijk ingevolge art. 45,1° lid der wet L. O- 15579,36 Pensioensbijdragen lager-, middelbaar- en hooger onderwijs- 2295,57 Rijks- en provinciale bijdragen in de verplegings- kosten van behoeftige krankzinnigen - 1647,59 Teruggaaf reisgelden manschappen nationale mi litie en andere militairen- 5,90 Boeten volgens de wet op de schutterijen - 57,60 De helft der kosten van herschattingen (drankwet) - 28,50 Bijdrage van de provincie in de kosten der teekenschool- 900,- Rijksbijdrage ten behoeve van het gymnasium - 8211.- Idem ten behoeve der hoogere burgerschool - 9500,— Ongelden bij aanbestedingen- 751,675 Ontvangsten tot vorige dienstjaren belioorende - 51,555 Ontvangsten waarvoor geen post op de begroo ting is uitgetrokken- 565,88= VI. Verkoop van onroerend goed- 237,45 Rente van uitgezette kapitalen- 1398,61 Totaal der ontvangsten. f 633469,01

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 129