163 „klachten vernomen over den lagen waterstand van de rivier „de Mark" en in verband daarmede van de haven en de singel- „grachten in deze gemeente. „Die klachten golden niet enkel de belangen van de scheep vaart, maar ook den algemeenen gezondheidstoestand dezer „gemeente, wijl, ten gevolge van den lagen waterstand, vooral „in de zomermaanden, schadelijke dampen uit het water op stijgen en de gezondheidstoestand daardoor in gevaar wordt „gebracht. „Uit een desbetreffend schrijven van den heer kapitein eerst aanwezend ingenieur te Breda, waarvan een afschrift hierbij „gevoegd is, alsmede uit de bijgaande staten van de waterstan den aan de rijkspeilschaal nabij de Tolbrug alhier, blijkt, naar „onze bescheiden meening, voldoende, dat die klachten niet van „grond ontbloot zijn. „Ondanks de vele bemoeiingen van ons college, om den wa terstand op behoorlijk peil te houden, ook in het belang van „de scheepvaart, is het niet mogelijk daaraan steeds te voldoen, „omdat die waterstand afhankelijk is van het in- en aflaten van „water op- en uit de rivier „de Mark" aan de sluizen van het „Dintelsas en de Roode Vaart. „Dit in- en aflaten van water geschiedt vanwege liet Heem raadschap van Mark en Dintel. zonder dat deze gemeente in „staat is daarop eenigen invloed uit te oefenen. „In verband met het bepaalde bij de artt. 104 en volgende van „het reglement van het Heemraadschap van de Mark en Dintel „(prov. blad N°. 19 vam 1859), veroorlooveii wij ons de vrijheid „Uw college beleefd te verzoeken, liet daarheen te willen leiden, „dat in deze een blijvende goede toestand in het leven worde „geroepen, waardoor aan de gegronde klachten wordt tegemoet „gekomen." Als antwoord op laatstgenoemd schrijven ontvingen wij van gedeputeerde staten dezer provincie, bij brief van 23 October 1902, G, no. 72, le afd., 2e bur„ het volgende bericht „Wij hebben de eer U te doen toekomen de hiernevens gevoeg- „de stukken betreffende dien lagen waterstand van de rivier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 175