215
III. Doodscliouw.
Met het verrichten der doodschouw, bedoeld in artikel 4 der
w,et van den 10. April 1869 (Staatsblad no. 65), was in 1902 belast
de gemeente-geneesheer dr. P. A. Bossers.
Bij ontstentenis van den heer dr. P. A. Bossers werd als diens
plaatsvervanger aangewezen de heer dr. J. P. Hofman.
IV. Arbeidswet.
In 1902 zijn uitgereikt 531 arbeidskaarten, als bedoeld in art.
10 der arbeidswet.
Het getal geldige arbeidskaarten bedroeg op ultimo December
1902 voor jongens 422 en voor meisjes 203.
Het aantal fabrieken en werkplaatsen, waar in 1902 gedurende
konteren of langeren duur jeugdige personen of vrouwen werk
ten, bedraagt 384, terwijl op 31 December 1902 daarin werkzaam
waren 193 vrouwen hoven de 16 jaar.
Gedurende het jaar 1902 zijn door de gemeente-politie in de
fabrieken en werkplaatsen, met het doel de goede naleving der
arbeidswet na te gaan, vier algemeene en verder ook bijzondere
inspectiën gehouden, waarvan het gevolg was dat vijf processen-
verbaal wegens overtreding der genoemde wet zijn opgemaakt.
V. Brandiveer.
De naar de eischen des tijds ingerichte brandweer blijft ten
volle aan hare roeping beantwoorden, dank zij inzonderheid de
toewijding zoowel van opperbrandmeester, onder-brandmeester
en brandmeesters, als van het overige dienstpersoneel.
Bij ons besluit van 20 Februari 1902 werd goedgekeurd het voor
stel van het college van brandmeesters, om den slangenwagen in
den politiepost aan den Haagdijk te verplaatsen naar het spuit-
huis in kring III en een sleutel van dat spuithuis te deponeeren
ter plaatse van bedoelden politiepost.