289
„steeds verzuimd en is toen afgeschreven, (buiten art. 3)."
Weer een ander noemt eerst een 30-tal ongeoorloofde verzui
men sedert 2 Juli 1902 en vervolgt dan: „Op 3 October ingeschre
ven bij de Broeders aan de straat. Zoo ik hoor, is hij kort
„daarop wegens aanhoudend verzuim van school gejaagd en
„gaat hij sedert dtien tijd nergens."
Datzelfde hoofd deelt ons aangaande een twaalfjarigen leerling
mede „De jongen is nog tot 1 Mei 1903 leerplichtig en heeft nog
,,geen jaar geregeld de school bezocht. Toen de vader mij vóór
„eenige weken een „bewijs" kwam vragen voor een werkkaart
„en ik hem die weigerde, ze'ide hij 't Kan me niets schelen, mijn
„jongen koimt toch niet meer."
Op eene vierde lijst troffen wij het volgende aan „Deze leer-
„ling heeft 1 Mei de school verlaten en sinds heb ik er niets meer
„van gehoord of gezien."
Andere hoofden bezigen de uitdrukking-„Daar zij nooit kwam,
„is zij van school weggezonden", ofwel geven het aantal ongeoor
loofde verzuimen op, die sedert onze waarschuwing nog hebben
plaats gehad. Zoo treffen wij daarotp een leerling aan, die sedert
22 October 1902 tot 1 Januari 1903 nog 25 zoodanige verzuimen op
zijn kerfstok heeft.
Met de meeste bereidvaardigheid heb-ben de hoofden der scho
len ons ook opgaven verstrekt van de namen der leerlingen, die
de school voor goed verlaten hebben, zonder dat door hen aan
de bepalingen der leerplichtwet is voldaan.
Op de lijst van een enkele school troffen wij de namen aan van
7 leerlingen, die nog tot 1 Mei 1903 de school moesten bezoeken,
doch die haar reeids verlieten in Februari, April, Mei, September
of October 1992.
Wegens het niet doen verstrekken van lager onderwijs aan
kinderen, die nog in den leerplichtigen leeftijd vielen, werden
voor onze commissie opgeroepen 21 aansprakelijke personen;
waarvan 8 niet verschenen zijn.
IJ.it de gehouden besprekingen bleek, dat sommige kinderen we
gens ziekte of lichaamsgebreken niet tot schoolbezoek in staat
19