332 Ilot aftredend lid, de heer A. J. A. Verschraage, wend door den gemeenteraad in de vergadering van den 13den December 1902 als lid der commissie herbenoemd. In December 1902 bestond de commissie uit de heeren Ed. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter H. Th. van der Grinten G. A. M. Groaneveldt A. J. A. Verschraage en Jihir. rair. G. Six, secretaris. A. Hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus. 1°. Het personeel der hoogere burgerschool onderging geen verande-ring. 1 Januari 1902 trad de beer G. M. van Riemsdijk, wiens benoeming in het vorig verslag vermeld is, als leeraar in de Engelsche taal en letterkunde op, ter vervanging van den heer M. G. van Neck. In de gemeenteraadszitting van 5 Juli 1902 werden de heeren G. M. van Riemsdijk en Th. M. F. M. Siegmund definitief be noemd, respectievelijk als leeraren in de Engelsche taal en letter kunde en in de gymnastiek. In dezelfde raadszitting werd de heer J. H .F. Rodenburg voor het cursusjaar 19021903 herbenoemd tot leeraar in de Hoogduit- scibe taal. De heer Rodenburg werd door den gemeenteraad van Amster dam bij besluit van den 20sten November 1902 benoemd tot leeraar in de Hoogdiuitsclhe taal aan de eerste hoogere burger school met driejarigen cursus aldaar. Met leedwezen zien wij den heer Rodenburg, die sedert 1 Sep tember 1900 aan de hoogere burgerschool werkzaam was, heen gaan de school verliest in hem ten nauwgezet en bekwaam onderwijzer. Heim werd door den gemeenteraad eervol ontslag verleend met ingang van den 20sten Februari 1903. Voor de ver vulling zijner betrekking hebben zmh zeven sollicitanten aan gemeld. Het personeel der hoogere burger school bestond dus met ingang van 1 Januari 1903 uit de heeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 345