349
In de raadszitting van den laden November werd eene nieuwe
verordening, regelende de jaarwedden van directeur en leeraren
der hoogere burgerschool, alsmede van de leeraren, werkzaam
aan de hoogere burgerschool en gymnasium, vastgesteld. De
commissie verheugt zich in de vaststelling der door haar voor
gestelde regeling. Sedert 1884 waren de jaarwedden onveranderd
gebleven; deze regeling, in hoofdzaak overeenkomende met de
regeling voor de rijks boogere burgerscholen sedert 1 Januari
1901 geldende, was door de commissie na ernstige overwegingen
voorgesteld, ten einde de goede leeraren voor de school te be
houden.
In drie opzichten wijkt de aangenomen regeling af van de rijks
regeling lo. leeraren werkzaam aan twee of drie inrichtingen
van onderwijs (hoogere burgerschool, burger-avondschool en gym
nasium) worden beschouwd als leeraren aan ééne inrichtingde
directeur der beide scholen voor middelt aar onderwijs ontvangt
als directeur der burger-avondschool eene extra toelage van 200
gld. 2o. de leeraren ontvangen verheugingen na 5, 10, 15 en 20
jaren in plaats van na 4, 8, 13 en 18 jaren; 3<>. dienstjaren bui
ten de gemeente tellen bij eerste aanstelling tot een maximum
van tien mede. De vaststelling der genoemde verordeningen acht
de commissie zeer in het belang van het middelbaar onderwijs
in onze gemeente.
Bij de behandeling van de verordening, regelende de jaarwed
den van directeur en leeraren, is opnieuw gebleken, hoe onbillijk
het is, dat Breda de eenige gemeente is in IS oord-Brabant, die
hare hoogere burgerschool moet bekostigen.
De commissie hoopt binnen korten tijd een voorstel in te die
nen, om bij de regeering aan te dringen op aanzienlijke verhoo
ging der subsidie.
Nog zij hier opgemerkt, dat ook het besluit van den gemeente
raad, in zijne zitting van 13 December j.l. genomen tot verlaging
van de pensioensbijdragen, ten goede komt aan het middelbaar
onderwijs.
De commissie van toezicht wil haar verslag, de hoogere bur
gerschool betreffende, niet eindigen, zonder èn aan burgemeester