378
G. M. den Blinden, onderwijzer in het m ach ine-b ank werken
H. A. G. Vrensen, onderwijzer in het schilderen.
M. Backx, onderwijzer in het meubelmaken.
A. Brouwers, onderwijzer in het metaaidraaien.
Van de leerlingen.
Het aantal leerlingen bedroeg op 31 December 1901 het cijfer
181, of 3 minder dan op hetzelfde tijdstip een jaar te voren.
Voor den nieuwen cursus 1902—1903 hadden zich aangemeld 86
jongelieden, waarvan 4 zich terugtrokken, 2 niet opkwamen en 1
niet aan de wet op den leerplicht had voldaan, zoiodat 79 aan het
toelatingsexamen deelnamen. Van deze laatsten konden 18 niet
aan de gestelde eisdhen voldoen, zoodat 61 jongelieden werden
toegelaten.
Om voor ons zeer geldige redenen, werden in den loop van den
cursus, na afgelegd examen, nog 11 jongelieden aangenomen.
Het getal leerlingen zou dus op 31 December 1902 hebben moe
ten bedragen181 61 11 253evenwel was dit niet het
geval, daar om verschillende redenen in den loop des jaars 73
leerlingen de school verlieten en wel om de volgende redenen
54 wegens volbrachten leertijd, 6 wegens verandering van beroep,
2 wegens verandering van woonplaats, 1 kon niet aan orde ge
wennen, 4 bleven zonder redenen op te geven wag, 1 Wegens voort
durende ziekte, 2 hadden geen zin meer, 1 moest z'n vader hel
pen, 1 kwam te overlijden, terwijl slechts een de school verliet
om te verdienen.
Het getal leerlingen bedroeg alzoo op 31 December 1902 het
cijfer 253 73 180 of één minder dan op hetzelfde tijdstip,
een jaar te voren.
Over de verschillende vakken waren zij verdeeld als volgt
57 timmerlieden, 81 smeden, 27 schilders en 15 meubelmakers.
Verdeeld over de drie studiejaren, in
52 van het 3e, 58 van het 2e en 70 van het le jaar.