7 6 6 383 gelukkige gedachte geweest van den inspecteur, om jaarlijks aan directeuren eene opgave te vragen der verdiensten van die leer lingen, welke sedert twee jaren de school met diploma verlaten hebben. Er is geen beter middel om tegenstanders de wapenen uit de hand te slaan, dan cijfers het is als het ware de proef op de som, en konden wij vorige jaren op gunstige resultaten wijzen, dok dit jaar kunnen wij over de uitkomsten tevreden zijn. LEERLINGEN, welke in 1900 de school verlieten, dus 2 jaar werkzaam zijn Naam. Woonplaats. 1 April 1900. '1 April 1901. 1 April 1902. A. Bockmeulen. Breda. 4 cent p. uur. 10 cent p. uur. 14 cent p. uur. A. Thenns. Prinsenhage. 3 51 5 10 J. Gerritsma. Teteringen. 5i 55 55 7 1 5 5 5 5 5 8 J. Nunnik'hoven. Chaam. 4 J9 j 5 5 1 5 5 5 5 13 8 M. de Graaf. Teteringen. 0 J. Maas. Breda. 9 5 5 i 5 w 5 5 5 5 5 5 13 K. van Beem. 0 9 F. Koremans. 2 3 55 55 55 n ii ii P. de Beer. Tilburg. n D B 5 5 8 J. van Rooy. Bokstel. 7 A. Nieuwstadt. Breda. 2 0 55 55 55 10 J. van Alphen. Ginneken. 4 55 55 55 12 W. Donkers. Breda. 2 6 10 C. Emmerik. Oudenbosch. 4 6 10 A. Koene. 5» 51 55 11 II II II A. van Meel. Breda. 9 4 i] jj 10 L. de Jong. 5 5 5 Ja 55 6 n ti a A. de Graaf. T e teringen. 7 9 L. Vriends. Breda. 4 5 16 F. Andriessen. 5 5 ii ii ii 4 5 5 5 5 5 5 in dienst. F. van Dalsuim. 5 5 55 55 55 9 G. v. d. Haar. 5 5 5 5 5 5 0 M fi 10 G. Jacet. 5 5 3 0 II II II 10 B. Steffens. 5 5 4 5 5 5 5 5 5 0 II II II 12 A. Cozijn. 1 5 55 55 55 6 g W. Klaayssen. Prinsenhage. O 5 1 5 5 5 5 10 i2 r, K. Wensteidit. Rozer.daal. 2 5 5 5 5 4 9 G. Mattijssen. Bokstel. 5 5 5 5 5 5 6 1, overleden. H. van Dongen. Breda. 55 55 55 z, 51 55 55 6 J. v. d. Vijver. >5 55 55 55 15 55 55 9 A. van Dam. Rozendaa.1. 2 55 55 55 4 55 5 5 5 5 8 J. Cleverens. Tilburg. 6 5 5 55 55 55 7 C. Breugehnans. 55 5 5i 5 5 55 7 9 M. Hamers. 5 p; 55 55 55 6 K. Sauer. 55 5 n Vf 5 5 5 5 5 5 6 F. Baks. Breda. q 1 5 5 5 5 5 0 q J. Haas. Bergen o/Zoom. Q 55 55 55 0 j» 1, ii 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 396