386
Besluit.
Wij mo,gen dit jaarverslag niet eindigen, zonder een woord van
erkentelijkheid aan de heeren provinciale staten voor het her
nieuwd bewijs van belangstelling in het verleenen der subsidie,
aan het college van burgemeester en wethouders en aan den raad
der gemeente Breda voor hetgeen zij ook dit jaar wederom deden,
om ons het besturen van de instelling van dr. Van Cooth gemak
kelijk te maiken.
Ook een woord van dank aan het onderwijzend personeel en
speciaal aan diegenen onder hen, die op zoo buitengewoon loffe
lijke wijze hunne moeielijke taak vervuldenen alvorens te beslui
ten wijden wij dan nog een woord van dankbare herinnering aan
den grooten stichter onzer school, den man, die zooveel heeft ge
daan om den zoon van den werkman datgene te verschaffen, wat
hem den strijd, die hem in het leven wacht, gemakkelijk zal ma
ken, doch hopen wij tevens dat de noodzakelijkheid van goed en
degelijk vakonderwijs meer en meer gekend en gewaardeerd
moge worden door hen, tot wier geluk en zegen de stichter zijne
scihoone instelling in liet leven riep.
Moge het ten slotte, ons bestuurders, gegeven zijn, nog vele
jaren aan de uitvoering van dat schoone en verheven doel te arbei
den, tot eer en roem van onze stad, tot heil van den Bredaschen
werkman en tot meerdere eer van den naam van dr. L. F. W.
van Cooth,
Breda, Februari 1903.
De commissie voor de ambachtsschool
Ed. GULJE, voorzitter.
J. J. HARTE, secretaris.