Gemeente-verslag 1902. Breda, den 27. April 1903. Aan den raad der gemeente Breda. Ter voldoening aan art. 182 der gemeentewet, hebben wij de eer U aan te bieden het beredeneerd verslag van den toestand dezer gemeente over 1902. Evenals in vorige jaren zijn de van de verschillende openbare inrichtingen in deze gemeente ontvangen verslagen, zich wedier kenmerkende door uitgebreide en zorgvuldige bewerking, opge nomen bij de onderwerpen, waartoe ze betrekking hebben. Mocht onze gemeente ook weder in het afgeloopen jaar ge spaard blijven van buitengewone ziekten en andere volksram pen bange zorg bracht de mare van de ernstige ziekte van Hare Majesteit onze algemeen geliefde Koningin. Van uw medegevoel en de deelneming van de geheele bevol king in deze kommervolle gebeurtenis legden getuigenis af de door U op 19 April en 17 Mei 1902, tijdens de raad in het openbaar vergaderd was, verzoniden telegrammen, beide malen aan Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden en aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder. Bemoedigend echter, vooral in het tweede daarop ontvangen ibericht, was het woord, dat sprak van aanvankelijk herstel. En eerlang mocht tot aller groote vreugde blijken, dat het jeugdige en hoopvolle leven van Hare Majesteit gespaard was gebleven, op welke blij de gebeurtenis wij, ter dankbare herinnering, alsnog gaarne te dezer plaatse met een enkel woord willen doen terug zien. Burgemeester en wethouders van Breda A. P. SGHELTUS, loco-burgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 3