411 den van voor rekening der gemeente verleenden onderstand. De verrekening dezer gelden vindt in dit verslag eene plaats onder„Onderstandsgelden bij het burgerlijk armbestuur terug ontvangen, en afgedragen aan de gemeente, uit welker kas de voorschotten hebben plaats gehad." De verplegingskosten in het roomsch katholiek gasthuis en diaconessenhuis bedragen 25 cents per dag en per verpleegde.. Voor de verstrekking van voeding aan de in het stedelijk zieken huis verpleegd wordende lijders wordt den concierge 50 cents per dag en per verpleegde betaald, met uitzondering evenwel, dat voor verpleegd wordende kinderen de verplegingskosten worden geregeld naar den leeftijd. Acht de geneesheer, belast met de geneeskundige behandeling der verpleegden in het stedelijk ziekenhuis, de verstrekking van extra voeding, alsmelk, eieren, bouillon, wijn, enz., noodig, dan wordt daaraan op zijne aanvraag gevolg gegeven en de kos ten daarvan, boven de gewone verplegingskosten, door den con cierge in rekening gebracht. Op gelijke wijze wordt gehanideld met de verstrekking van extra voeding door de verloskundigen aangevraagd ten behoeve der kraamvrouwen, die wegens gemis aan onderkomen voor hare bevalling in het stedelijk ziekenhuis zijn opgenomen. Voor elk der ziekeninrichtingen wordt door ons een register aangehouden, waarin aanteekening wordt gedaan van de ver pleegden en den verplegingstijd. Wekelijks wordt ons door de administratiën der verschillende ziekeninrichtingen eene rekening ingediend der gemaakte verple gingskosten ten behoeve van de voor rekening der gemeente ver pleegde zieken, welke rekening, na met onze bovenvermelde aan teekening vergeleken te zijn, bij accoordbevinding door ons wordt goedgekeurd. Na afloop van vier weken worden de ons ingediende en aecoord bevonden rekeningen der gemaakte verplegingskosten voor1 iedere ziekeniniriohtLng afzonderlijk onder aanhechting van een borderel, aan heeren burgemeester en wethouders ter verreke ning ingezonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 424