54 Wij schreven U het volgende „In uwe vergadering van den 26. October 1901 kwam een adres ,ter tafel van den heer directeur der Zuider-stoomtramweg- ,maatschappija gevestigd te Breda, houdende, in verband met „het uitbreiden van de lijnen dier maatschappij en de verleende „concessiën door de gemeenten Tilburg en Dongen tot ultimo De cember 1939, het verzoek, de bestaande concessie, verleend bij „besluit van den raad dezer gemeente van den 28. Augustus 1880, „te verlengen door de eerste alinea van artikel 16 te vervangen „door De concessie ivordt verleend voor een tijdvak eindigende ,,op 31 December 1939. En voorts aan de concessie een nieuw „artikel 26 toe te voegen, luidende Indien of voor zoover voren- staande voorwaarden in strijd mochten komen met door het „rijk of de provincie gestelde concessievoorwaarden, of met wet- „telijke bepalingen of voorschriften van het rijk of van de pro- „vincie, worden die strijdige voorwaarden buiten werking gesteld. „Bedoeld adres werd door U ter fine van prae-advies in onze „handen gesteld. „De concessie van 28 Augustus 1880 is verleend voor dertig jaar „en eindigt op gelijken datum als de vergunning, verleend voor „den rijksweg, bij beschikking van den minister van waterstaat, „handel en nijverheid van 1 Maart 1879. „In tegenstelling met andere trammen in deze gemeente, geldt „het hier niet eene tram, die wij eene stadstram zouden kunnen „noemen, maar eene zoodanige, die wel haar uitgangspunt heeft „aan den zoom van Breda, doch haren weg neemt naar verafge legen gemeenten. „Waar nu de maatschappij hare lijnen wenscht uit te breiden „lo. door het maken eener aansluitingslijn van hare bestaande „lijn te Baamsdonksveer naar het spoorwegstation te Geertrui- „denberg2o. door het aanleggen eener tramlijn van Dongen „naar Tilburg, in eerstgenoemde plaats aansluitende aan hare „lijn naar Oosterhout is het noodig dat haar verzekerd zij, „dat zij haar aanvangspunt Breda kan behouden tot aan het „einde der concessie ultimo December 1939. „In elk geval wordt door de meerdere aansluitingslijnen der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 67