56 lo. van de Ginnekensche tramwegmaatschappij, daarbij aan biedende het betalen van retributie voor het gebruik van gemeentegrond, bij verlenging harer concessie. 2°. van den heer M. A. Kuijtenbrouwer, daarbij afstand doen de van de hem verleende concessie tot het leggen eener trambaan einde BoischstraatBink. 3°. van de Ginnekensche tramwegmaatschappij, verzoekende laatstgenoemde concessie aan haar over te dragen. Nog meerdere adressen kwamen ter tafel 1. dat van de Zuid-Nederlandsche stoomtramwegmaatschappij te Breda, waarbij werd verzocht de aan gemelde maatschappij verleende concession voor paarden- en stoomtrammen bin nen deze gemeente op de bestaande voorwaarden te verlen gen tot 4 Augustus 1943, welk adres in onze banden we,rd gesteld om prae-advies. (Raadszitting van 11 October 1902) 2. dat van C. W. Aveling jr., te Princenhage, daarbij concessie verzoekende voor den aanleg en de exploitatie van eene elec- trische tram vanaf de Belgische grens over de dorpen Ker- sel en Galder, langs Bouvigne, den boulevard BredaMast- bosch, het Wilhelminapark, den Wilhelminasingel, den Oranjesingel, den Delpratsingel en de Willemstraat naar het spoorwegstation te Breda, (Raadszitting 2 September 1902). Op laatstgenoemd adres dienden wij U van prae-advies in uwe vergadering van den 11. October 1902. In dat advies deden wij U opmerken lo. dat uit de stukken niet blijkt, welk stelsel adressant op het oog heeft, e,n dat .ook niet is aangegeven de plaats, waar het centraalstation zal worden opgericht tot het leveren van de beweegkrachtbeide zaken, waarmede voor de richting en den aanleg rekening moet worden gehouden 2o. dat, behalve dat bedenking bestaat tegen het aangegeven eindpunt in de Willemstraat, ook niet is aangeduid de plaats voor een rangeerwissel, die tooh, met het oog op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 69