57
aanvrage, welke luidt voor personen- en goederen-vervoer,
noodzakelijk zal zijn
3o. dat de richting welke de tram zal nemen, in de toekomst
zal zijn miidden door het bebouwd gedeelte der gemeente,
zoodat, wanneer de aanvragen, om verlenging van con
cessie, aan andere maatschappijen niet wordt toegestaan,
ook de door adressant gevraagde concessie bezwaarlijk
voor een tijdvak van 30 jaren zal kunnen worden verleend.
Ten slotte gaven wij U in overweging adressant met boven
staande opmerkingen in kennis te stellen, waartoe door U be
sloten werd.
Op de volgende reeds hiervoor vermelde adressen als
a. van de Ginnekensche tramwegmaatschappij, om concessie
verlenging tot 31 December 1928
b. van idem, daarbij aanbiedende retributie
c. van den heer M. A. Kuijtenbrouwer, daarbij afstand doende
van de concessie BoschstraatBink
d. van de Ginnekensche tramwegmaatschappij, verzoekende
die concessie aan haar over te dragen
e. van de Zuid-Nederlandsohe stoomtramwegmaatschappij, om
concessie-verlenging tot 4 Augustus 1943
dienden wij U van prae-advies in uwe vergadering van den 13.
December 1902, waarbij, na breedvoerige beschouwingen, werd
in overweging geg§ven
1°. geen verlenging van concessiën aan de verzoekende maat
schappijen toe te staan
2°. wel toe te staan de overdracht van ae concessie Nieuwe
BoschstraatBink, mits de Ginnekensche tramwegmaat-
scbappij binnen vier weken na uw besluit haar zal aan
vaarden op de voorwaarden, waarop die concessie aan den
heer Kuijtenbrouwer is verleend.
De behandeling dezer zaak werd toen aangehouden en kwam
in 1902 niet meer aan de orde.