61 Voor het onderwijs in de nuttige handwerken aan de school aan de Middellaan wordt liet hoofd bijgestaan door eene of meer onderwijzeressen. Overigens worden de hoofden voor het onderwijs in de vakken van lager onderwijs bijgestaan door een of meer onderwijzers. De onderwijzers, die het hoofd bijstaan, worden telken jare benoemd door burgemeester en wethouders, het hoofd der be trokken inrichting gehoord. Art. 5. De belooning van de hoofden der voorbedoelde herhalingsscho len bedraagt f 150,per jaar, zooals dit geregeld is onder letter d van art. 1 der verordening, regelende de jaarwedden der on derwijzers en onderwijzeressen aan de openbare scholen voor lager onderwijs in de gemeente Breda, vastgesteld 28 December 1901 en gewijzigd 15 Maart 1902. De overige onderwijzers ontvangen 0,60 voor elk uur, waarin door hen les is gegeven, doch tot een minimum-bedrag van ƒ100,— per jaar. Art. 6. Waar in deze verordening wordt gesproken van onderwijzers, worden ook bedoeld onderwijzeressen. Art. 7. Deze verordening treedt in werking 1 October 1902. Zonder bedenking werd voormelde verordening door U goed gekeurd. Gedeputeerde staten echter opperden bedenkingen tegen de regeling der •belooningen, zooals U bleek in uwe vergadering- van den 13. Decemberi 1902. Besloten werd, over die bedenkingen de commissie van toe zicht op het lager onderwijs te hooren, onder bijvoeging bij de stukken van de door ons ter zake aan U overgelegde memorie van toelichting. Deze zaak kwam verder in 1902 niet meer aan de orde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 74