64
Ofschoon de zaak aan de orde werd gesteld, kwam zij echter
niet in beraadslaging, omdat het bleek, dat niet alle leden in de
gelegenheid waren geweest haar naar behooren te onderzoeken.
Dientengevolge werd besloten de behandeling ervan aan te hou
den en inmiddels de stukken, zoover noodig, voor de leden te
laten drukken.
In uwe vergadering van den 13. December 1902 volgde de eind
beslissing.
Na uitvoerige beraadslagingen, waaraan deelnamen de heeren
Reigersman, Van Mierlo, Scheltus, Rombouts, Teychiné, Jacoby,
Bloemarts, IngenHousz en de voorzitter, werd met 15 tegen 6
stemmen besloten, het voorstel der commissie aan te nemen.
Tevens werd besloten, afwijzend te beschikken op de adressen
van mevrouw de wed. G. Lamers en C. Flipsen, de eerste reeds
gepensionneerd, de tweede vroeger agent van politie, welke adres
santen het genomen besluit ook op hen wenschten te zien toe
gepast.
vil. De aanleiding tot dit proces is beschreven in ons vorig verslag,
vanF*^z" De uitslag daarvan was gunstig voor de gemeente,
lieff Wz con- zooals U bleek uit het in uwe vergadering van den 5. Juli 1902
tra de gemeen
te. (Cokes- ter tafel gebrachte schrijven van den heer mr. Ch. Sassen. Aan
levering.) ^en ejsc)ler wer(j zijne vordering, bij uitspraak der arrondisse-
ments-rechtbamk alhier van den 24. Juni 1902, ontzegd, terwijl hij
mede verwezen werd in de kosten der procedure.
De in het ongelijk gestelde partij berustte in deze uitspraak niet
ên kwam daarvan in hooger beroep, wat leidde tot voortzetting
der procedure. (Zie raadszitting van 11 October 1902).
Gedeputeerde staten echter verlangden een nieuw rechtskundig
advies (Raadszitting van 15 November 1902), welk advies hun,
onder overlegging van een afschrift van het vonnis, werd toege
zonden, waarop hunne goedkeuring van het raadsbesluit tot
voortzetting der procedure volgde. (Raadszitting van 13 Decem
ber 1902).
Het vervolg dezer zaak kan eerst een punt van beschrijving uit
maken in ons volgend verslag.