66 mr. Ingenllousz onthield zich van medestemmen en de heer mr. Van Dam was niet ter vergadering tegenwoordig. IX. Had het punt ter zijde genoemd reeds in 1900 en in 1901 de Onderwiizers- jaarwedden. 1100 dige regelingen door den gemeenteraad gevorderd (Zie ver- (L- °0 slag 1900 blz. 70—74 en 1901, blz. 114—118) in 1902 kwam het zelfde onderwerp opnieuw herhaalde malen aan de orde. De door U op 28 December 1901 ter zake vastgestelde verorde ning werd in uwe vergadering van den 22. Februari 1902 van gedeputeerde .staten dezer provincie terugontvangen, met verzoek gevolg te willen geven aan de opmerkingen van den districts schoolopziener, in een bijgevoegd schrijven vervat. Uwe vergadering verlangde dienaangaande ons prae-advies en dat van de commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier. Dit prae-advies legden wij U over in uwe vergadering van den 15. Maart 1902. Vooral trad daarin op den voorgrond de vraag, of de dienst jaren buitan de gemeente Breda zouden mêetellen voor de perio dieke verhoogingen der jaarwedden. Hadden daarover de stem men in de betrokken commissie van onderwijs gestaaktonzer zijds bestond bedenking, vooral met het votum van den raad van 28 December 1901 voor oogen, de voorbedoelde vraag in toestem menden zin te beantwoorden. Uwe vergadering dacht echter anders over de zaak. In den loop der beraadslagingen, waaraan verschillende leden deelna men, stelde de heer mr. Bloemarts als amendement voor, om aan de verordening nog de bepaling toe te voegen, dat als diensttijd mede in aanmerking komt de tijd in andere gemeenten of aan andere scholen doorgebracht door de onderwijzers, die vóór het in werking treden der verordening van 17 November 1900 (1 Janu ari 1901) zijn aangesteld. Dit amendement werd aangenomen met 14 tegen 6 stemmen. De verordening werd goedgekeurd bij besluit van de gedepu teerde staten dezer provincie van den 29. Maart 1902, G, n°. 22. Lange rust echter genoot deze verordening niet. In uwe verga-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 79