69 kaart met eene gele kleur aangegeven terwijl liet binnenterrein gedeeltelijk voor speel- en wandelplaats of als botanischen tuin kan worden aangelegd. Ten einde eene afdoende en tevens weini«- aan onderhoud vor derende afscheiding te verkrijgen tusschen het gemeenteterrein en het te verkoopen gede-elte, ligt het in onze bedoeling, om, bij eventueelen verkoop, in de voorwaarden op te nemen, dat de kooper verplicht zal zijn, tot afscheiding van het gekochte met het gemeenteterrein, een muur te bouwen gelijk en gelijkvormig aan den reeds bestaanden, en dat die muur voor gemeenschap pelijke rekening moet worden onderhouden. Wat betreft het aangaan eener ruiling van grond met het depar tement van justitie, daaromtrent zouden wij aan den minister wenschen voor te stellen, dat de gemeente Breda aan den Staat zal afstaan een gedeelte van genoemd bouwterrein aan den Nas sausingel, ter grootte van ongeveer 15,50 aren, op bijgaande situatie in roode are ure aangegeven, en daarentegen van den Staat in ruil zal ontvangen het bouwterrein gelegen aan den Wil- helminasingel, ter grootte van ongeveer 85 aren, mede op ge noemde situatie in blauwe argure aangeduid wordende tevens door de roode lijn aangegeven het door den minister van justitie voorgestelde terrein, als behoorende tot diens departement, ter wijl het overige gedeelte behoort aan het departement van financiën. De ligging van laatstgenoemd terrein, hoewel voor twee derde gedeelten uit lagen grond bestaande, komt ons, zoowel met het oog op de uitbreiding der gemeente als uit een economisch oog punt, zeer gewenscht voor. Waar wij afhankelijk zijn voor den verkoop van den door de gemeente van den Staat gekochten grond, van den vóórverkoop door den Staat, zouden wij voorts willen bedingen, dat die be zwarende voorwaarde wierde opgeheven. Wij voegen hierbij, dat wij te dezer zake overleg hebben ge houden met de commissie van bijstand in het beheer der ge meentewerken. Nadat deze zaak aan de orde was gesteld, ontspon zich daar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1902 | | pagina 82