78 „zij in sommige gevallen een grooter verval zullen hebben „te keeren dan de sluizen van het oorspronkelijk ontwerp. „Voorts mag niet uit het oog worden verloren, dat de „besparing van minder ontgravingskosten op het oostelijk „deel van den zijtak, dat is tusschen de sluis bij die Abts- ,,hoef en Oosterhout, ©enigermate wordt opgewogen door „de meerdere kosten, vereischt om het westelijk deel van „dien zijtak, dat is tusschen de sluis bij de Abtshoef en de Marlt, op grootere diepte te brengen, ten einde ten allen „tijde, dus ook bij de laagste Markstanden, de scheepvaart „van en naar Breda te verzekeren. „Dat het voor de scheep.vaart een voordeel is, dat van „en naar Tilburg eene schutting minder wordt gemaakt, „valt niet te ontkennen. Maar dit voordeel wordt nu „verkregen ten laste van de scheepvaart tusschen Breda „en beneden de Oosterhoutsche haven gelegen rivier. „Eindelijk zij opgemerkt, dat volgens het oorspronke lijk plan voor die vaart veeltijds geen schutting noodig „was, omdat de sluizen nabij de Marlt en in de Oostcr- „houtsche haven dikwijls open zouden kunnen staan, ter- „w'ijl bij de voorgestelde wijziging op hetzelfde traject steeds twee schuttingen en beide door gekoppelde schut sluizen noodig zijn. „Het behoeft niet aan uwen raad in herinnering te wor- „den gebracht, dat aanvankelijk de subsidie van f 100.000 „was afhankelijk gesteld van de voorwaarde, dat wanneer „het water in de rivier de Marlt tot op 18 c.M. A. P. „volgens de peilschaal aan de Tolbrug te Breda is gedaald, „water langs het kanaal moet worden ingezet buiten kos- „ten der gemeente. „In uwe vergadering van 18 April 1901 werd na breed voerige discussiën besloten om het tot stand komen van ,,'t kanaal te bevorderen, vooral in het belang van eene „.verbeterde scheepvaart, de subsidie te verleenen zonder „de genoemde voorwaarde te handhaven. De raad was „van meening, dat vooral voorzichtigheid de regcering „aanleiding gaf, om de gestelde voorwaarde aannemelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 100