84 te verstrekken, welke burgemeester en wethouders ten dienste stonden. In het geheel hadden zich slechts 5 gevallen vasn pokken voor gedaan, waarvan één met doodelijken afloop. Alle maatregelen, welke strekken konden om het gevaar voor besmetting tegen te gaan, waren genomen geworden; de lijders werden opgenomen in het gebouw voor besmettelijke ziekten, terwijl de verdere huisgenooten in observatie werden gesteld in het stedelijk zie kenhuis. De gebouwen werden zorgvuldig ontsmet en datgene, wat niet voor ontsmetting vatbaar was, werd1 onteigend en ver nietigd. Zoodra burgemeester en wethouders vernomen hadden, dat de minister het houden van de examens te Breda voor de Franslclio en Engelsche talen om voormelde reden zou hebben afgelast, hebben zij zich gewend tot den minister, waarop eene officieele tegenspraak van de regeering is gevolgd. Bij het bestuur van Concordia was echter een schrijven inge komen va,n den heer Van Neck, secretaris der examen-commissie voor de Engelsche taal, waarin de huur van het lokaal werd opgezegd, op grond dat de minister, wegens het heersichen dei- pokken, het houden der examens alhier niet wilde toelaten. Wijl hier dus blijkbaar misbruik was gemaakt van den naam van den minister, werd een nader schrijven gezonden aan genoem den minister en waarin de inhoud van den brief van den heer v. N. woordelijk werd opgenomen. Tevens werd daarin verzocht, om de examens alsnog in deze gemeente te doen plaats hebben. In het daarop ontvangen antwoord gaf de minister te kennen, dat door hem nader zal worden onderzocht, wat de oorzaak is ge weest, dat op die wijze van zijn naam is gebruik gemaakt; er nogmaals bijvoegende, dat in het door hem aan de voorzitters der examen-commissiën gericht schrijven met geen enkel woord is melding gemaakt van het heerschen van pokken in eenige ge meente. Aan het verzoek, om de examens alsnog te Breda te doen houden, kon geen gevolg worden gegeven, wijl de voorbe reidende maatregelen reeds getroffen waren en de oproepingen al hadden plaats gehad. Deze mededeeling werd gevolgd door eene bespreking van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 106