99
Catalogus van de Bibliotheek over Leiden en omgeving door
mr. J. C. Overvoorde, etc.
Verder ontving ik nog uit de nalatenschap van wijlen den
WelEd. Gestrengen heer mr. Pels-Rijcken eene uitgebreide ver
zameling boekjes, kopieën, extracten etc., van meer of minder
belang; doch sommige stukken zijn van groote beteekenis.
Ten slotte zij nog vermeld, dat mr. Bondam, rijks-archivaris
voor Noord-Brabant, jegens ons archief zóó mild zich betoonde,
dat hij ons in het bezit stelde van eenige stukken, die hem wa
ren toegezonden uit den Haag, alwaar zij waren ontdekt achter
eene kast, in het vroeger ontruimde archieflokaal van de voor
malige commissie voor de wees- en momboirkamers.
Hij deed genoemde stukken vergezeld gaan van een staat van
akten en bescheiden der wees- en deisoliaten-boedelkamer te
Breda.
Eindigende mag ik niet nalaten UEdelAchtbaren mijnen dank
te brengen voor uwe medewerking tot het vervullen van eenen
wensch, in mijn verslag van 1898 U kenbaar gemaakt.
Het slot mijner woorden, welke toen genoemden wensch onder
uwe aandacht brachten, was
„Mijne vaste overtuiging is het, dat in deze zaak slechts be-
„hoeft begonnen te worden, om na een betrekkelijk korten tijd
„in het bezit te zijn van eene verzameling, waarop de stad
trotseh kan zijn en welker gemis thans door velen terecht be
treurd wordt."
Welnu, die overtuiging is gebleken gegrond te zijn; een
museum is er, en, na slechts een spanne tijds, reeds van dien
aard, dat het een ieders bevrediging en groote verwondering mag
wegdragen.
Breda, 27 Febr. 1904.
Dr. J. F. CORSTENS,
Archivaris.
II. Nieuw-archief
Het nieuw-archief verkeert steeds in goed geordenden en on
derhouden toestand.