166 Keuring van slachtvee en vleesch. Van den gemeente-keurmeester van slachtvee en vleesch ont vingen wij over 1903 de volgende mededeeling, met tabel Op 31 December 1903 werd de slagerij door 78 slagers uitgeoe fend, als 45 vleeschhouwers, 25 spekslagers, 7 vleeschhouwers en spekslagers en 1 paardenslager, die echter ongeregeld werkte. Behalve eenige spekslagers, die ook fijne vleeschwaren berei den, wordt door 4 filialen handel in die vleeschwaren gedreven, en de meeste koloniale bedrijven handelen in gedroogde vleesch waren, alhier bereid, of Geldersche waren. In Amerikaansche vetwaren handelen twee zaken. De omzet regelde zich naar stij ging en daling van inlandsch gemeste varkens. De invoer van varkensvleesch vermeerderde belangrijk tenge volge van den lagen prijs der varkens. De worstfabrieken betrokken het voor hen benoodigde vleesch van alhier speciaal daarvoor geslacht en gekeurd vee. Hunne werkplaatsen werden voortdurend gecontroleerd. Wegens verzuimde aangifte tot keuring werd tegen twee per sonen proces-verbaal opgemaakt, waarop veroordeeling volgde. Tuberculose kwam elfmaal voor: 1 maal bij een varken. 10 maal bij runderen. In 3 gevallen volgde geheele vernietiging van het geslachte dier; bij de overige gevallen van geringen aard werd het aangetaste deel met de omgeving vernietigd. Het onderzoek ge schiedde steeds systematisch. tigd; eveneens eene koe, lijdende aan baarmoederontsteking Acht Wegens leverontsteking werd één geslacht rund geheel vernie- paarden werden geheel vernietigd, waarvan 2 wegens k' iek, 1 wegens schadelijk toegediende medicijnen en 5 wegens gestorven natuurlijken dood. Op eene afkeuring van een geslacht rund werd doo de eige naars herkeuring verzocht. Do daartoe benoemde com .issie van drie deskundigen bevestigde de afkeuring. Wegens opgeblazenheid of trommelzucht bij eene koe, kwam

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 188