191 VII. Toezicht op de prostitutie. Met het toezicht op de prostitutie zijn, overeenkomstig de be staande verordening, belast de gemeente-geneesheer en. Wekelijks had in het stedelijk ziekenhuis het onderzoek der pu blieke Vrouwen, voor zoover ze zich daartoe aanmeldden, plaats, onder toezicht der politie. (Zie hiervoor het verslag van de commissie van beheer van het stedelijk ziekenhuis). VIII. Toezicht op de levensmiddelen. Het toezicht op het slachtvee en het vleesch en dat op de visch is opgedragen aan keurmeesters. De uitkomsten, welke dit toe zicht heeft opgeleverd, zijn reeds hiervoor vernield. Voorts is het onder hoofdstuk XIX van de algemeene politie verordening dezer gemeente, behoudens het bepaalde bij de artt. 174 en 175 van het wetboek van strafrecht, verboden: a. in winkels of andere verkooplokalen en hunne aanhoorig- lieden of in het openbaar onrijp ooft, voedingsmiddelen en eet- of drinkwaren in ondeugdelijken toestand of vermengd met scha delijke zelfstandigheden te verkoopen oft voorhanden te hebben; b. in winkels of andere verkooplokalen en in hunne aanhoo- righeden of in het openbaar voedingsmiddelen, eet- en drinkwa ren te verkoopen of voorhanden te hebben, die door burgemeester en wethouders bij openbare aankondiging tijdelijk nadeelig voor de gezondheid verklaard zijn. Bij raadsbesluit van den 6. Februari 1904 is de tegen 1 Juli 1904 nieuwbenoemde stads-apotheker en directeur- van het stede lijk ziekenhuis belast met het onderzoek van water, levensmid delen, enz., zoowel ten behoeve van de gemeente als terr dienste van de gezondheidscommissie voor de gemeente Breda. IX. Gezondheidscommissie voor de gemeente Breda. Deze commissie, benoemd do-or dén heer commissaris der Ko ningin in Noord-Brabantkrachtens art. 24, in verband met art. 23 der Gezondheidswet, bestond op 31 Decemebr 1903 uit de hee- ren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 213