194 HOOFDSTUK II. Algemeene beschouwingen. De algemeene toestand der volksgezondheid binnen de gemeente Breda was gunstig. De sterfte was betrekkelijk niet groot, en, behoudens die hierna te vermelden gevallen van besmettelijke ziekten, kwamen bijzon dere ziektegevallen niet ■'.oor. HOOFDSTUK III. Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbeteri/ng daarvan is verricht. A. Waterloopen, slooten, enz. 1. Bij onderzoek ter plaatse, vergezeld van den gemeente-ar chitect, bevond die commissie, dat het treurig gesteld was met de waterloozing aan het Nonnenveld te Breda. Tengevolge der lage ligging, vooral van het middelste gedeelte van het blok omsloten door Oude Vest, Keizerstraat en Nonnenveld, en tengevolge van het ontbreken van riolen werd het water niet afgevoerd en ont stonden daar vuile en voor de gezondheid schadelijke greppels en poelen. De commissie meende, dat verbetering van dien waarlijk on- houdbaren toestand voor wat betreft de dichter bij een der ge noemde straten gelegen perceelen, te verkrijgen was door aan sluiting aan het gemeente-riool. Voor wat betreft het bovenbe doelde laag gelegen middelste gedeelte achtte zij verbetering al leen te verkrijgen door middel van ingrijpende maatregelen, mis schien zelfs alleen door het onteigenen van verschillende percee len zóó, dat er een straat kon worden aangelegd, die bovenbe doeld blok doorsnijdt en waarin een riool kon worden gemaakt voor de waterloozing der aan of nabij die straat gelegen percee len. De commissie gaf bij brief van 12 Mei 1903 aan den raad der meente in overweging een plan tot verbetering van den toestand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 216