196 HOOFDSTUK IV. V o Ikshu isvesting. 1. Over de wienschelijkheid van het instellen van een woning- onderzoek werden in meerdere vergaderingen besprekingen gehou den zonder dat een bepaald besluit daaromtrent werd genomen. In de vergadering van 11 November 1903 werd besloten een on derzoek te gaan instellen aan de Jan va,n Polanenkade, waar volgens verklaring van den gemeente-architect verschillende zeer slechte, misschien wel de slechtste woningen waren te vinden. Dit onderzoek geschiedde op 14 November 1903. Op verschillende plaatsen werden toestanden aangetroffen, die, na het in werking treden der in artikel 1 van die woningwet bedoelde voorschriften, tot optreden der commissie aanleiding zullen geven. Ook in den omtrek werd een kijkje genomen, en zoo kwam men door een gang aan den Achterom aan een 9-tal wonngen, naast elkaar ge legen, die ter bewoning ongeschikt en niet meer in bewoonbaren staat te brengen bleken te zijn (sectie A, nos. 16121620). De commissie besloot daarop in hare vergadering van 2 Decem ber 1903 aan het gemeentebestuur te adviseeren, deze woningen onbewoonbaar te verklaren. Bij brief van 5 December 1903 werd aan dit besluit uitvoering gegeven. 2. De gemeenteraad besloot een ambtenaar aan te stellen, in het bijzonder belast met werkzaamheden op de uitvoering der woningwet betrekking hebbende. HOOFDSTUK V. Openbare en andere gebouwen en getimmerten, niet vallende onder de woningwet. Voer- en vaa/rtuigen, enz. Hieromtrent is niets te vermelden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 218