J97
HOOFDSTUK VI.
Scholen, fabrieken en 'werkplaatsen.
A. Scholen.
Hieromtrent is niets te vermelden.
B. Fabrieken en werkplaatsen.
Aan B. en W. van Breda werd verzocht, aan de commissie me-
dedeeling te doen van elk verzoek om vergunning ingevolge de
Hinderwet. Aan dit verzoek werd voldaan.
Zoo kreeg de commissie kennis van een verzoek om vergunning
tot het oprichten van eene inrichting, bestemd tot bewaring en
sorteering van lompen in het perceel Haagdijk 189. De commissie
besloot in hare vergadering van 7 October 1903, aan B. en W. te
berichten, dat volgens hare meening de gevraagde vergunning
behoorde geweigerd te worden.
Aan dit besluit werd uitvoering gegeven bij brief van 9 October
1903. Bij brief van 20 October 1903 werd door B. en W. van Breda
aan de commissie medegedeeld, dat op het verzoek om vergun
ning afwijzend was beschikt.
De rechtstoestand van bewaarplaatsen van lompen en beende
ren, opgericht vóór en na de inwerkingtreding van de Hinderwet,
en de grenzen der bevoegdheid van het gemeentebestuur, om bij
verordening omtrent bedoelde bewaarplaatsen voorschriften te
geven, maakten een onderwerp van bespreking uit in de commis
sie, nadat door het lid mr. Pels Rijcken aan de commissie een
gemotiveerd schriftelijk advies was uitgebracht, leidende tot de
conclusie, dat ook omtrent de vóór de inwerkingtreding van de
Hinderwet opgerichte bewaarplaatsen van lompen en beenderen
wettiglijk bij gemeentelijke verordening voorzieningen in 't be
lang van de openbare gezondheid kunnen worden getroffen.
De commissie kwam omtrent dit onderwerp nog niet tot een
bepaald besluit.