Dag waarop het ongeval plaats had. Hoofd of bestuurder der fa"briek of werkplaats*. Naam van den persoon wien het ongeval is overkomen. Oorzaak van het ongeval. 7 December. C. G. Cosijn, ijzergieterij. 7 idem. A. C. Korteweg, metselaarsbedrijf. 9 idem. P. F. J. Klep, ijzergieterij. 11 idem. J. F. de Volder, smederij. 10 idem. Gebrs. Simons, houtzagerij. 12 idem A. Meeuwesen, electro-techn. fabriek. 12 idem. P. A. Hoppenbrouwers, bouwonderne ming. 14 idem. J. G. Rueb, machinefabriek. 14 idem. C. G. Cosijn, ijzergieterij. 17 idem. C. G. Cosijn, ijzergieterij. 21 idem. L. van Stratum, borsfelfabriek. H. Klein. Spatten van gesmolten ijzer. H. van Hulsel. Vallen van een steen. P. Althuis. Het van de kar vallen van een aanbeeld. H. de Volder. Uitschuiven der voeten. J. Stienen. Bekomen van een splinter in de hand. C. v. d. Klijn. Vertillen. A. Verlegh. Trappen in een spijker. A. Langenberg. Splinter in het oog. J. Joosen. Splinter in het oog. A. de Visser. Splinter in het oog. A. van der Kolk. Slaan in den hekel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 257