238
Y E R S L A G van liet college van brandmeesters
over den dienst van 1903.
Aan
Heeren burgemeester en wethouders der gemeente Breda.
Wij hebben de eer U ons jaarverslag der brandweer te doen
geworden. In tegenstelling met de voorgaande jaren valt er niet
zooveel te berichten als voorheen het geval was. Het jaar 1903
is zeer rustig verloopen.
De vergaderingen werden ook met het college van onder-brand
meester» geregeld gehouden.
Eene verandering wierd aangebracht in den werkkring der on
der-brandmeesters, doordat deze in het vervolg zorg dragen voor
de uitbetaling der gelden aan de brandgasten als ook, dat deze
voorstellen zouden doen voor het ontslagen benoemen van nieuw
personeel. Hierdoor werd eene betere aansluiting verkregen
tusschen de onder-brandmeesters en de brandgasten, hetgeen
van zeer groot belang wordt geacht.
Drie brandmeesters hebben ons college verlaten.
De heer Charles Laurijssen was verplicht om gezondheidsrede
nen zijn ontslag aan te vragen; de heer Lindeman zag zich, wegen
drukke bezigheden, genoodzaakt zijne betrekking neer te leggen.
De heer De Pauw Ger.ings nam ook ontslag. In deze drie vaca
tures is voorzien, terwijl er eenige mutatie plaats had, Zoo
werd de heer A. Segers benoemd tot adjunct opperbrandmeester,
tevens brandmeester bij de politie. De heer Frans Laurijssen weid
brandmeester bij den reddingswagen, de heer Van Bommel
brandmeester in kring V, de heer Honig brandmeester bij kring
III.
In den loop van den zomer is er een loos alarm gehouden on
der alle kringen. Dit heeft zeer nuttig gewerkt, aangezien daar
door een goed overzicht verkregen werd, wie onder het personeel
goed optrad en wie niet. De nalatigen zijn toen er op gewezen,
dat bijaldien zij in het vervolg weder zoo weinig ijver toonden,