356 Het personeel der hoogere burgerschool bestond dus op den 1. Januari 1904 uit de heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wis kunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen; J. P. van der Meuten, leeraar in de wiskunde en het rechtlij nig teekenen; A. J. Klein S worm ink, leeraar in de wiskunde; P. G. Tiddens, doctorandus in de wis- en natuurkunde, leeraar in de natuurkunde en de cosmographie; Dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, de natuur kunde en de cosmographie; J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en staatswetenschap pen; H. A. Rijkens, leeraar in do aardrijkskunde en de handelswe tenschappen; J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde; C. Goedeljee, leeraar in de Fransche taal en letterkunde; J. II. Sauveur, leeraar in die Fransche taal en letterkunde; G. M. van Riemsdijk, leeraar in de Engelsche taal en letter kunde; B. E. Bouwman, leeraar in de Iloogduitsche taal en letter kunde; J. H. Rhoen, leeraar in de Hoogduitsclie taal; J. N. T. Buining, leeraar in het handteekenen en Th. M. F. M. Siegmund, leeraar in de gymnastiek. Als tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde was werkzaam de heer C. Viertelhausen. Nog zijn aan de school verbonden H. Mulder, als amanuensis voor natuurkunde, scheikunde en natuurlijke historie en C. A. Vos a's concierge. 2°. Het programma der schooil onderging geen wijzigingen; voor de eerste maal werd het door de commissie van toezicht vastgesteld, n.l. op den 29. April 1903; de wijzigingen in leer boeken en leermiddelen werden met het oog op de daaraan verbonden kosten voor ouders en verzorgers zooveel moge ijk beperkt. 3». Het aantal leerlingen bedroeg bij het begin van de Kerst-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 378