384 6°. Reedis is vermeld, dat het onderwijs regelmatig kon ge geven worden. Gedrag en vlijt der leerlingen waren ook dit jaar, bijna zonder uitzondering, zeer goed; de vorderingen waren bij een deel der leerlingen goed, bij anderen minder goed. Hierbij dient niet vergeten te worden, dat de leerlingen slechts twee avonden per week onderwijs ontvangen op de burger avondschool; dit is beslist te weinig. Verandering zou alleen mogelijk zijn, indien de leerlingen eiken avond èn teekenonder- wij si èn theoretisch onderwijs konden ontvangen, maar op de ambachtsschool, waar het teekenonder wijs gegeven wordt, is geen localitei.t beschikbaar voor het theoretisch onderwijs aan de burgeravondschool en op de hoogere burgerschool, waar de lessen der burgeravondschool gegeven worden, is voor het teekenonder- wijs geen localiteit beschikbaar. De commissie kan niet nalaten ook dit jaar haar dank te brengen aan de directeuren van de ambachtsschool en van het stadsleekeninstituut, de heeren J. J. Harte en J. N. T. Buining, voor hunne samenwerking met den directeur der burgeravond school; die samenwerking komt in de eersite plaats ten goede aan de leerlingen der burgeravondschool. Dat het schoolverzuim zonder geldige redenen bijna niet voor kwam, dankt de school in de eerste plaats aan den heer Harte, die twee malen per week aan den directeur der avondschool alle inlichtingen verschafte, opdat deze zou kunnen beoordeelen of het verzuim al dan niet gewettigd was. C. Het stads-teekeninstituut. Over de derde inrichting van middelbaar onderwijs in de ge meente Bréda, het stads-teekeninstituut, zal als- naar gewoonte een afzonderlijk verslag aan den gemeenteraad worden inge diend door'; hare commissie van beheer. De commissie van toezicht eindigt haar verslag met de belan gen der scholen voor middelbaar onderwijs opnieuw bij U aan te bevelen. De commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te Breda Ed. GULJE, voorzitter. Breda, 20 Februari 1904. G. SIX, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 406