388 Over het algemeen waren-het gedrag en de ijver der leerlingen zeer te loven, was het schoolverzuim gering. Zooals in vorige ver- Slagen reeds werd gemeld, heeft telken jare in de maand Sep tember het toelatings-examen plaats voor nieuwe leerlingen. Dit jaar waren er niet minder dan 160, die zich daarvoor had den opgegeven; bet bleek dat .de meeste cand'daten niet de ver- eischte bekwaamheden bezaten om te worden toegelaten. Slechts 74 jongelieden slaagden. Uit dit eenvoudige examen blijkt wel, dat de ontwikkeling der meeste candidaten niet hoog staat. In de maand Augustus gaf de heer P. Balmakers zijn voorne men te kennen om tegen 1 October 1903 zijn ontslag aan den raad der gemeente aan te vragen, wijl zijne gezondheid het niet meer toeliet, des avondsi les te geven. Op advies der commissie van beheer werd hem het gevraagde ontslag in de raadsvergade ring van 12 September 1903, op de meest eervollè wijze, gegeven, onder dankbetuiging voor de vele diensten aan het instituut be wezen. Ook de heer P. A. Maassen werd in diezelfde raadszit ting op zijn verzoek, wegens zijne benoeming tot onderwijzer aan de teekenschool te Oosterhout, eervol ontslagen. In verband met de uitbreiding der localiteiten en het ontslag van genoemde leeraren, werden de heeren J. Mol tot onderwij zer in de bouwkunde en M. Harthoorn tot onderwijzer in het handteekenen benoemd, welke twee leeraren, die reeds als assis tent aan de inrichting verbonden waren, vervangen werden door de heeren J. E. Kooien (lijnteekenen) en P. J. van Gils (hand teekenen). Ter aanvulling der vacature P. Balmakers had eene oproeping van sollicitanten plaats, waarvoor zich zes candidaten hadden opgegeven. Na afgelegde proeven van bekwaamheid bleek, dat de heeren G. van der Heijden te T eteringen, B. Klunne en M. Oosterman te Breda, op ééne lijn van bekwaamheid konden worden gesteld, reden waarom dan ook de commissie de namen dezer sollicitan ten in alphabetische volgorde rangschikte bij de aanbeveling aan den gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 10 October 1903 werd de heer G. v. d.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 410