416 reiden voor de eischen vastgesteld voor de zoogenaamde vier- maandcrs (Militiewet 1901, art. 104). Tot deze vereeniging traden toe, behalve, sommige ouders, en voogden, de leeraren van het gymnasium en de hoogere burger school, alsmede de meeste toekomstige militieplichtige leerlin gen dier scholen. Het voorbereidend militair onderwijs werd gegeven deels in de schoollokalen der hoogere burgerschool, deels in de gymnastiekzaal des Zaterdagsavond van 710 uur. Geregeld werd hierop toezicht gehouden door het bestuur der vereeniging, bestaande uit bovengenoemde directeuren, benevens kap. Feber en den heer J. P. van der Meulen, vroeger 1. luite nant der infanterie, thans leeraar aan de hoogere burgerschool. Aan het onderwijs werd door 4 leerlingen van het gymnasium deelgenomen. De vereeniging, die den naam heeft aangenomen van Weer- baarheidsvereeniging „Koningin Wilhelmina", is goedgekeurd en erkend bij Kon. Besluit van 29 Juni 1903 en van 27 Juli 1903. Leeraren. De conrector dr. W. Caland, bij kon. besluit tot lector in het Sanskriet aan de rijks-universiteit te Utrecht benoemd, kreeg van den gemeenteraad vergunning zijn lessen aan het gymnasium van Januari tot de groote vacantie te blijven waarnemen. Tengevolge daarvan moest de rooster van lesuren worden ge wijzigd. Nog groot.er verandering kwam in de -regeling der les uren door het vertrek van den heer A. Kolkman, leeraar in het hoogduitsch, die als zoodanig benoemd was aan een hoogere bur gerschool met-5-jarigen cursus te Amsterdam. Daar voor den heer Kolkman nog geen opvolger was benoemd, werden tot de zomervacantie zijn lessen op de volgende wijze waargenomen de heer Corstens gaf in de 2. klasse 3- uur hoogduitsch, in de 4. 2 uur latijn, de heer Was gaf in de 3. klasse 3 uur wiskunde/ terwijl de 3 uur hoogduitsch in de 5. en 6. klasse door den rector voor zijn rekening werden genomen. Na de vacantie konden de 3. en 4. klasse weer geregeld onderwijs krijgen in het hoog duitsch van den heer Rhoen, tijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool, die voor de vacantie geen- tijd beschikbaar had,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 438