421
In het laatste kwartaal werd eene klasse voor blaasinstrumen
ten opgericht onder leiding van den heer Kriens, aanvankelijk
bezocht door 7 leerlingen, die onderwijs ontvingen op de clarinet.
Het onderwijzend personeel bestond uit de heeren:
G. Dorrenboom, directeur der school, belast met h,et onderwijs
in de theorie der muziek,, in de cello-klassen, in de solo-piano
klassen en in de koorklasse.
A. Berlioz, belast met het onderwijs in de solo-viool-klassen en
J in de pianoklassen.
L. P. Kriens, belast met het onderwijs in de vioolklassen en
in de klassen voor blaasinstrumenten.
J. Hartmans, belast met het voorbereidend muziekonderwijs.
J. L. Kroes, belast met het kosteloos onderwijs in den zang, en
Mejuffrouw J. W. Pissuisse, belast met het onderwijs in de
zangklassen.
De gepensionn/eerde sergeant der infanterie J. C. van Dun
volgde in het begin van November den kantoorknecht der poste
rijen A. H. J. J. Lindner op als concierge der school, terwijl aan
laatstgenoemde op verzoek eervol ontslag werd verleend.
De commissie, die op het einde van het vorig jaar door de
keuze van den heer A. Hoogeboom weder voltallig was geworden,
verloor dit lid zeer spoedig ten gevolge van de overplaatsing van
dien hoofd-officier bij het regiment Grenadiers en Jagers.
In zijne plaats werd als commissaris verkozen de heer P. P.
E. Prijn, officier van gezondheid der 2. klasse.
Evenals in vorige jaren werd het traktement aan de leeraren
niet ten volle uitbetaald, om zoodoende het evenwicht tusschen
de ontvangsten en uitgaven der school te kunnen bewaren.
Breda, 26 Februari 1904.
De commissie
N. C. GROTENDORST, voorzitter
Dr. P. HOEKSTRA, secretaris.
P. B. NIEUWENHUIJS, penningmeester.
Mr. P. M. J. E. BLOEMARTS.
Jhr. mr. R. FEITH.
J. M. MARIJNEN.
P. P. E. PRIJN.