428 Inrichtingen, bedoeld bij litt. D. van art. 2 der wet tot regeling van het armbestuur, zijn in deze gemeente niet aanwezig. Aan de vorenstaande tabel omtrent het oude-mannenhuis wordt het volgende toegevoegd In 1903 zijn door regenten 2 personen voorgedragen, om als broeders in het gesticht te worden opgenomen Op e'.ke voor dracht is door ons gunstig beschikt. (Art. 25 van het reglement voor het oude-mannenhuis alhier). Het bestuur wordt benoemd door den gemeenteraad en bestond op den 31. December 1903 uit de volgende heeren E. H. A. GULJE, voorzitter. B. C. VAN DONGEN. J. A. J. W. VAN HAL. W. MERKELBACH. Mr. H. R. VAN MAASDIJK. Rentmeester is de heer H. M. G. Brinkman. Bij uw besluit van den 9. Mei 1903 werd de heer W. Merkel- bach, die aan de beurt van aftreding was, opnieuw benoemd voor den gewonen tijd van zitting. Opgaven betrekkelijk het armwezen over 1903. Sinds vele jaren is de administratie van het burgerlijk arm bestuur gesplitst in gewone armenzorg en onderstand als politie maatregel. De kosten voor den gewonen onderstand worden door voormeld armbestuur,, dat in 1903 eene subsidie van de gemeente genoot van f 3000.gedragen. Gewone armenzorg. A. Ondersteunden. Gedurende het jaar 1903 zijn ondersteund Voortdurend157 hoofden van huisgezinnen en eenloopende personen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 450