442 De vrijgekomen gelden dezer aflossingen bedroegen f 233.28. Onder het sub 2o genoemde kapitaal is begrepen ©ene som van 2100.in November 1891 aangekocht en voortgesproten uit de aflossing van twee Russische obligatiën, ieder groot f 1000. ons gelegateerd door wijten mr. Jacob Hoeufft blijkens testa ment verleden voor den notaris J. van Naierssen te Bredaden 19. April 1830. Volgens uiterste wilsbeschikking van b ..vengenoemden erflater wordt de rente van dit kapitaal aan twee schaamachtige armen uitgekeerd, en wel aan een den Protestantschen en aan een den Roomsch Katholieken godsdienst belijdende. In het genot van deze uitkeering zijn thans Clara Hopman en Geertruida van Gooi. Laatstgenoemde werd in onze vergadering van den 11. Maart 1903 voor deze uitkeering in aanmerking ge bracht in plaats van de weduWe Rijpaard, geboren Johanna van Gooi, die overleden is. Ook wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de rente van f 27.03, belegd in de Rijkspostspaarbank. Dit bedrag is ontstaan door het verschil tusschen de aflossing der Russische obligatiën bo vengenoemd en den aankoop der Nederlandsche Werkelijke Schuld. Mede is onder het sub 2°. genoemde kapitaal begrepen eene som van f 3000.in contanten gelegateerd door wijlen mevrouw Henrietta Johanna Anna Maria Ouko p weduwe van den Hoog- edelgestrengen heer Charles David van Naerssen, welke gelden ingevolge hare uiterste wilsbeschikking bij akte verleden voor den notaris mi. J. A. Vorstman te GinneTten, zijn ingeschreven in het grootboek der Nederlandsche Werkelijke Schuld. De rente van dit kapitaal moet mede ingevolge bovenge noemde uiterste wilsbeschikking uitsluitend worden aangewend tot uitdeeling van brood en brandstoffen aan de armen. De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek over gebleven som van f 65.25 is door ons in de Rijkspostspaarbank belegd. De rente hiervan wordt eveneens bestemd voor uitdee ling van brood en brandstoffen aan de armen. Bovendien bezit onze administratie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 464