453
De gewone armenverzorging, in het tweede gedeelte van dit
verslag omschreven, eischte in het afgeloopen jaar eene meer
dere uitgaaf dan in 1902 ter somme van f 698.29, waarvan
f 150.aan verhooging der wedden van den rentmeester en ar-
menknecht, welke som gedekt is geworden door eenzelfde bedrag,
waarmede de gemeentelijke subsidie is verhoogd.
Mede is deze hoogere uitgaaf een gevolg van het binnenverf-
werk der woningen, ten bedrage van f 142.60, terwijl a,an bedee
ling in geld bijna f 200.en aan kostgelden van bestedelingen
f 79.79 meer werd uitgegeven dan in 1902.
Evenals in de laatste jaren kwam het ook in het afgeloopen
jaar weder meermalen voor, dat personen, die te Prinsenhage
woonachtig waren, zich aanmeldden om onderstand in dezen of
genen vorm. Het bouwen van arbeiderswoningen aan de grens
dor gemeente,, dus in de onmiddellijke nabijheid van Breda, is
daarvan meesttijds het gevolg. Vooral het dikwijls veranderen
van woning door deze volksklasse maakt een nauwlettend onder
zoek noodig en eischt dikwijls veel tijd om te voorkomen dat
Breda lasten zou dragen voor andere gemeenten.
Alvorens dit verslag te eindigen achten wij het ons ten plicht
een woord van dank te brengen voor den steeds van gemeente
wege ondervonden steun in de uitoefening onzer taak en bevelen
wij vol vertrouwen de burgerlijke armenverzorging ten zeerste
aan in de welwillende door ons zeer gewaardeerd wordende be
langstelling van uwen raad.
Breda, den 30. Januari 1904.
Het burgerlijk armbestuur
J. A. J. W. VAN HAL, voorzitter.
A. P. DE GROOT, rentmeester.