474 ons zeker, dat men zoo weinig over heeft voor menschen, die het beste deel van hun leven gewijd hebben aan het oefenen van anderen om hen tot bruikbare landsverdedigers te maken, öf wel zoolang het militaire kleed droegen, lot het hun niet langer moge lijk was, dat re dragen. Zelfs in plaatsen waar garnizoenen ge legen zijn, groote garnizoenen, waar dus sympathie moest wezen voor die hulpbehoevende militairen, geheel op door hun langen diensttijd in het leger, bleef vaak de opbrengst der collecte laag. De plaatselijke bladen te Breda waren zoo welwillend de uit- noodiging tot bijdrage aan de jaarlijksche collecte op te nemen. Nogmaals neemt de commissie de vrijheid de belangen van het fonds aan ieder aan te bevelen. De oud-militair heeft evenveel aanspraak op een minder zorgvollen dag in den ouderdom als de werkman. Zij hebben in hun vak gedaan en gewerkt, wat er van hen werd gevorderd. De collecte werd ook dit jaar kort na den gedenkwaardigen dag van 18 Juni gehouden. De opbrengst was echter niet vol doende om de uitgaven te dekken en werd door het hoofdbestuur het ontbrekende bijgepast. De opbrengst van die collecte bedroeg o.a. in het geheele district in 1902 f 497.04 en 1903 f 514.905, hier van te Breda respectievelijk f 105.17 en f 116.02. Moge in 1904 de collecte ruimer opbrengst geven en vooral velen zich geroepen voelen door bijdragen in giften en schen kingen het lot helpen verzachten van menig oud-militair, wiens toestand dit noodig maakt De districts- en plaatselijke commis- siën in de verscheidene gemeenten van het district verklaren zich gaarne bereid giften e. d. ie ontvangen en inlichtingen te geven. De districts-commissie voornoemd: J. H. H. DOMMERS,; voorzitter. A. C. VERBEEK, lid. D. CHERIEX, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 496