501
Door ons werden in zake de hinderwet de volgende besluiten
genomen
16 JULI.
Overwegende, dat de n o o d z ak e 1 i j kh e i d is gebleken nieuwe voor
waarden te verbinden aan het besluit van burgemeester en wet
houders dezer gemeente van 5 Augustus 1847, waarbij aan Johan
nes van Dongen vergunning is verleend tot oprichting eener
grof- en hoefsmederij in het perceel aan de Boschstraat, wijk A,
no. 579, thans no. 32;
gehoord B. A. van Dongen, als rechtverkrijgende van den con
cessionaris;
gelet op art. 17 der hinderwet;
wordt besloten aan bovenvermelde vergunning aisnog de vol
gende voorwaarden toe te voegen
1°. dat de schoorsteen van den vuurhaard moet worden ver
hoogd met een metalen buis, wijd minstens 0.25 M. en ter lengte
van 3 M.; en deze behoorlijk met trekschoren aan het dak moet
worden bevestigd en bovendien aan de bovenzijde voorzien \an
een dito kap ofi vonkenvanger; en
2°. dat na 9 uur des avonds noch voor 6 uur des morgens ge
raasmakende arbeid in of buiten de inrichting mag worden ver
richt; met bepaling, dat de inrichting overeenkomstig deze
nieuwe voorwaarden moet zijn ingericht binnen zes weken na de
dakteekening van dit besluit.
Zullende afschrift van dit besluit aan den tegenwoordigen con
cessionaris worden uitgereikt tot kennisgeving, terwijl hiervan
tevens mededeeling zal geschieden aan den commissaris van po
litie en den gemeente-architect.
19 OCTOBER.
In nadere behandelng genomen zijnde het adres van B. Weijel,
wonende te Zutphen, daarbij vergunning verzoekende tot het op
richten van eene inrichting, bestemd tot het bewaren en verwer
ken van lompen in het perceel gelegen binnen deze gemeente
aan den Haagdijk, kadastraal bekend onder sectie A, no. 5192;