507 Voorts waren van Breda, op geaette tijden, vaartuigen op ver schillende plaatsen. Omtrent het waarnemen dezer diensten zijn bij ons geen klachten ingekomen, evenmin als in voorgaande jaren. B. Middelen van vervoer te land. a. In den algemeenen dienst kwam geen verandering. Even wel werd bij raadsbesluit van den 10. October 1903 in verband met het doorleggen van de Jijn der Ginnekensclie tramwegmaatschappij in de richting hotel-Bink de daarbij te volgen weg vastgesteld, terwijl bij raadsbesluit van den 10. October 1903, onder nader vast te stellen voor waarden, aan den heer Ed. de Thouars, directeur van de exploitatie der Belgische naamlooze vennootschap „Vicinaux Hollandais" concessie werd verleend tot den aanleg van tramlijnen in de Ceresstraat, in de Terheijdenstraat en in den Stationsweg, ten behoeve eener te maken stoomtram wegverbinding KaatsheuvelDongenBreda. Zie verder hoofdstuk III, letter E. punten I en XX, voor naamste in den gemeenteraad behandelde onderwerpen b. De stoomtram van Breda in de richting van Oosterhout de paardentram vanaf het spoorwegstation naar Ginneken de paardentram van af het spoorwegstation naar den boulevardMastbosch de stoom- en paardentrammen in de richting van Prinsenhage, bleven zeer gezochte gemeen schapsmiddelen. c. De wagendienst BredaTerheijden werd ook in 1903 voort gezet. d. Een agent der Nederlandsche bank is alhier niet gevestigd, wel een correspondent. e. De broodzetting bestaat alhier sinds lang niet meer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1903 | | pagina 529